WEL EN WEE IN DE HW
de twijgen hijgen kreupel kreunend windkracht zeven
asgrauwe wolken dumpen plonzend bakken regen
maar vocht-verlegen velden slurpen louter zegen
tonen ons onverbloemd het kleurrijk nieuwe leven

de meeuwen schreeuwen hemelhoog klapwiekend stoere taal
de fraai gekuifde kievit bibbert bleekjes non-verbaal
wordt razend stormgeweld voor net betrokken nest fataal?
gaat niemand met haar eerste eitje aan de haal?

maar ik fiets lekker door een plas
voel me in Strijen in mijn sas
vandaar rijd ik naar Numansdorp
Klaaswaal de afstand op een worp
de Greup Piershil het Gors in zicht
blik op Nieuw-Beijerland gericht

vervolgens drijfnat maar voldaan
wind in de rug huiswaarts gegaan
op Zinkweg moed niet weggezonken
geen aandacht aan nat pak geschonken
het flierefluitende fors naar mijn zin gehad
de Hoeksche Waard voelt waarlijk aan als een warm bad

Comments are closed.